Het is zondag vandaag, en de sluiswachter , ging eerst naar de vroeg mis, alvorens hij de sluizen in werking zou zetten.
Vandaar dat we pas om 9 uur konden beginnen.
We verlieten het dorpje Villegusien, waar alleen een restaurant en een kroeg was, om de serie van 8 sluizen voor de tunnel te door lopen.
De mist hing weer over de weilanden, en de ochtend was fris en vrolijk.
Bij sluis 1 voor de tunnel, kregen we de instructies van een jonge Mademoiselle , hoe de doorvaart in de tunnel zou zijn. We mochten met een maximum snelheid van 4 km varen, en moesten de marifoon standby houden op kanaal 18. Verder was de doorvaart volledig vrij voor ons.
De tunnel is 4800 meter lang, en de doorvaart is ongeveer 5,50 meter breed.
Ik heb zelden zo een mooie tunnel in Frankrijk gezien. Voor de veiligheid, werd en een reeks van groene of rode lampen getoond , en langs de kant was een vluchtpad, dat zeer goed verlicht was.
Meestal moeten we met eigen schijnwerper de route verlichten. Iets wat nu niet nodig was.
In de aanloop naar de tunnel, is de doorgang al behoorlijk smal. Met een groot bord , wordt er digitaal info over de tunnel gegeven, en staat het licht op groen of op rood.
Eenmaal in de tunnel, hangt er een reeks van groene lichten boven in de nok, zodat je zeker weet, dat de weg vrij is. Soms moet je buiten de tunnel, wel 3 uur wachten , alvorens je de tunnel in mag, omdat eerst de serie van de tegen kant af moet zijn, en iedereen uit de tunnel is, alvorens de andere kant mag.
Zo waren we denk,drie kwart in de tunnel, toen er plots vanuit luidsprekers verteld werd , dat er tegen liggers kwamen. Iets wat helemaal niet kan. De mademoiselle kwam nogal paniekerig over.
Ook via de marifoon werd ik erop geattendeerd , om op te passen.
Met de verrekijker konden we de uitgang zien, waar een groen jachtje lag.
Wij kregen eerst nog rood, wat later wel weer groen werd.
Eenmaal uit de tunnel werd alles duidelijk.
Op het digitale bord, stond vermeld, dat de tunnel tussen 7 en 19.00 uur geopend was. Daarnaast stond er een rood licht. Een schip , met Belgische bemanning, wilde geen kleur bekennen, en lazen het wordt ‘ ouvert’, en gingen de tunnel in . Daar stond alles op rood , waarop de bellen begonnen te rinkelen. Ze mochten de hele aanloop naar de tunnel achteruit terug varen, wat toch gauw 1,5 km is. ‘ Ge war toch nie kleurenblind, meneer de Belg!, of wet ge nie dat rood stoppen is , en gruun door gain is! ‘ .
Na de tunnel, mochten we nog maar 3 sluizen doen. Vanaf sluis 4 waren de komende 18 sluizen handbediend. Het was zondag voor de Franse beambten, dus maandag waren we de eerste om 9 uur.
We haalden de fietsen uit het vooronder, en trapten ons een plumpudding , om in Langres te komen. Dit stadje lag boven op een berg, en van daar uit hadden we prachtig uitzicht over het hele gebied. Het bijzondere aan Langres was nog, dat het rond haar stad, overal een stadswal had, zodat je het stadje rond kon lopen, om uitzicht te hebben over alle windstreken.
Op het plein genoten we een lekker Frans biertje, en we mochten de glazen meenemen , omdat we die zo bijzonder vonden.
De terugweg ging sneller dan de heenweg. We moesten zelfs nog flink remmen , anders zouden we de boot nog voorbij rijden.
Eenmaal aan boord , hadden we nog wat camperriders uitgenodigd, die voor zich uit zaten te kijken op een bankje, hoe wij ons schip schoongemaakt hadden.
Deze Groningers vonden het wat plezant, om op een echt schip te mogen zitten en nog een biertje te krijgen ook.
Altijd wel weer gezellig , landgenoten aan boord, ook al waren het geen Hollanders.