Canal Du Midi , here we are.


Frontignan-Villeneuveles-Beziers

10 juni. 3 sluizen en 49 kilometer

Ons dagelijks brood werd aangevuld met twee gebakjes voor bij de koffie . De keus van gebak was groot, mijn woordenschat klein. Dus werd het een “cochon”gebakje. Een gebakje in de vorm van een varken. Terwijl de meeste mensen nog sliepen startte wij de motor en vertrokken. We hadden ruim baan tot aan de eerste sluis op Canal du Midi.

De eerste 7 km was het aanloop kanaal naar het meer étang de thau. Dit meer begon bij de stad Sete. Een groot meer 17 kilometer lang en 5 kilometer breed.

de noord-west zijde staat vol met mosselkwekerijen

De gehele Noord-west kant werd gebruikt voor de teelt van Mosselen, het middelstuk voor recreatie en doorvaart en de Zuid-oost kant was natuurgebied. Omdat dit lange rechte stukken waren, kon ik het heel makkelijk met de automatische piloot af. Via het beeldscherm, kon ik precies zien of we op koers voeren, of dat we iets afweken. Geweldig dat die techniek zo mooi werkt. Het schip vaart zijn eigen koers.

lokale oudjes, doen hun zaterdag ochtend training
De vuurtoren geeft de ingang van het kanaal aan
Duidelijker kan niet

De automaat bracht ons waar we wezen wilden. Het canal Du Midi. Het is eigenlijk, maar een gewoon slootje. 160 diep, en heeft weinig ruimte over om te passeren. Bij de eerste sluis , werden we welkom gehete door een aardige mevrouw van VNF. Ze vertelde ons hoe de sluizen werken op het kanaal, en hoe je moet acteren, om de meerdere sluizen met tot wel 7 trappen moet doorlopen. Dat wordt een actie voor morgen. De meeste sluizen worden nog bedient door een sluiswachter. Dit is anders dan alle kanalen in het noorden van Frankrijk die automatisch gaan.

een driewegssluis.

De tweede sluis was een sluis op zich. Een sluis met drie deuren en verder helemaal rond. Via deze sluis kon je een ander kanaal in, dat weer naar zee liep. Die ronde muren vond ik ook maar lastig met zo een strak schip. Je heb veel eerder wat lakschade. Alsof vroeger de schepen zo enorm rond waren. Sluis nr 3 was ook rond. Het licht stond op groen en de deuren half open. Ja, wat nu. Toeteren was het advies van mijn echtgenote. We hadden  gisteren bij de draaibrug ontdekt, dat we een echte toeter aan boord hebben. Die toeter werkte. De sluiswachter, kwam met een streng gezicht aangelopen, en dirigeerde me naar de kant te gaan, en of ik even langs wilde komen. Ik naar de sluiswachter, en vroeg op mijn vriendelijke frans of ik geschut mocht worden. De sluiswachter bleek toch ineens gewoon een aardige man te zijn, moest een beetje lachen om mijn poging iets duidelijk te maken, en zei dat ik over 5 minuten geschut zou worden, want het was nog pauze!!! Daarmee was de kous af, maar deze man kwam niet in aanmerking voor een stroopwafel.  

de oude bruggen functioneren nog
een open sluis, waar bij escalaties het water gestuwd kan worden.

Het was nu even twijfelachtig wat we zouden gaan doen. Gaan we verder tot aan de trapsluis of pakken we het eerste mooie stekje aan de kant. De trapsluis doet om 4 uur zijn laatste rondje. Gaan we dat halen, want we hadden nog drie andere sluizen te doen, of laten we hier bij. We zouden het hierbij laten, waar we later toch spijt van kregen, omdat de een na de ander ons voorbij voer, en blijkbaar wel morgen om de 10.00 de trapsluis met 7 stappen kunnen halen, en wij tot 4 uur moeten wachten. We zien morgen wel weer.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.