Ik was al twee keer bij de havenmeester geweest om uit te zoeken hoe de stroom voor deze morgen zou lopen. De man had een lijst met gegevens, maar snapte er niets van. Het enige gegeven was dat het ene kolom naar noord stroomde, en het andere kolom naar zuid.
Daar komt bij dat ik de teksten erboven maar moest gissen, omdat de havenmeester geen Engels kon. Het leek me, dat om 6.57 uur de meeste stroom stond.
Ik vroeg een Spaanse Nederlander, om zijn visie eens te geven , want de Duitse buurman snapte het ook niet. Ook de Nederlander kon er geen wijs uit. Dan gokken we het er maar op.
We vertrokken om 6 uur, in de hoop om 7 uur geen 6 knopen stroom tegen te hebben.
De straat van Messina staat er bekent om. De stroom is hier afhankelijk van andere invloeden dan bij ons. Hier speelt de factor windrichting en kracht enorm mee.
In het begin zagen we de snelheid wat oplopen, wat in de trechter van de straat zou dat kunnen leiden tot veel stroom mee. Nadat we bijna geramd werden door een veerboot, omdat deze plots zijn koers naar de kust zetten, zaten we midden in de stroom en liep de snelheid op tot 7.2 knopen. Tot we veel beweging in het het water zagen, en binnen 200 meter was de snelheid terug gebracht tot 2.5 knopen. We zochten wat meer de kant op, en voeren uit de trechter de Tyreense zee op.
De oversteek naar Tropea was een 30 mijl. Met een zeiltje bij , om het beetje wind om te zetten in snelheid kwamen we bij de kust aan. Hier was het een drukte van jewelste. Vakantietijd en mooi weer. Veel stranden, en mooi helder water.
We voeren een twee honderd meter uit de kust, en genoten van de mensen, de bootjes en het uitzicht op dit mooie stukje Italië.
Voor de haven van Tropea hielden we een zwempauze, alvorens we aan gingen meren.
In de haven kregen we ook deze havenmeester weer zover voor een langszij aanlegplek. Als er een groot schip kwam, moesten we verkassen. Ik dacht dat we vanmiddag en vanavond weinig aan boord zouden zijn. Zo lagen we een uur later aan het strand tussen de Italianen . Wij gaan naar het strand om zand te scheppen, zij om te kaarten. Hele families zijn het aan doen. En dan de vrouwen. Die willen gezien worden. Ze laten zich makkelijk fotograferen . Zijn steeds bezig hun kleding goed te doen, en de een loopt er nog uitdagender bij dan de ander. Geen vervelende middag!
Aan het eind van de middag begaven we ons naar de stad Tropea. Deze stad is op een berg gebouwd en is ingericht om een massa aan toeristen te ontvangen. We beklommen een trap van 200 treden, en werden verrast door dit oude stadje, met zijn straatjes , geveltjes en pleintjes. Een een lust om er door heen te wandelen. Nog nooit eerder heb ik zoiets gezien.
Een winkel straat , met aangepaste winkeltjes, terrasjes en ateliers . Zelfs antieke beelden uit de piramides waren hier terecht gekomen. Graffiti spuiters toonden hun kunst op papier, en op iedere hoek was een winkel met kettingen en armbanden van bloedkoraal,voor een bijpassende bloedprijs.
Op een klein pleintje namen we plaats voor de maaltijd. Het is altijd weer een verrassing wat je te eten krijgt. Dit keer’ Tropea uiensoep ‘als voorgerecht. Op uiensoep hoort peper. Ik vroeg peper en kreeg pepers. Niet de bedoeling, maar goed, dan maar stukjes peper in mijn soep. Een uur later was ik nog aan het nablussen.
Naast ons waren twee dames en een heer aangeschoven. In gebaren taal maakte zij elkaar het een en ander wijs. Het was zeer rustig, alhoewel ik me afvroeg of ze nog handen over hadden om het eten naar binnen te werken.
Terug bij de boot lag er een briefje van wat mensen van een Frans schip. Ook zij zouden morgen om 4 uur vertrekken, net als wij, en het briefje bevestigde het samen op varen voor de tocht van 98 mijl.