We lagen prima , daar aan die steiger. Het werd een dag van uitslapen. De nachten zijn lang hier op Evia. Om 21.00 uur wordt het donker , en voor er een beetje koelte komt, is het dik middernacht.
Zo hadden onze gasten het optimale vakantie gevoel.
Op de andere 2 schepen, waar we gezamelijk mee optrekken , stond de dag in het teken van onderhoud en internet.
Zo ook bij ons. Het hoort bij het leven op een boot.
Regelmatig even zwemmen, boodschapje doen, praatje, wandelingetje, kennis uitwisselen.
Om drie uur , na de ergste hitte van de dag, was het tijd voor een wandeling. Gewapend met rugzak, met camera, en een paar flessen water, gingen we op stap.
We zouden de rivier volgen, die naast onze boot in de zee eindigd. We gingen op zoek naar de bron, en startte bij het eindpunt. Het stroompje, waar volop eenden en vissen zitten, ging al snel over in een moerasachtig gebied, met riet en planten groei. Zo nu en dan liep er een bruggetje over heen, zodat we konden zien waar het stroompje naar toe liep. Zo ontdekten we zomaar 8 grotere en kleine schildpadden . Het merk’ aquarium’, en dan iets groter. Het stroompje bleek gewoon gezond water.
Na een kilometer gelopen te hebben, was het gedaan met de pret. De rivier verdween in het niets.
We liepen de tocht verder, naar een richting, dat we dachten daar iets te kunnen vinden. Het bleek niets meer dan een lege bedding.
Dan misschien achter de volgende hoge berg. Wel een dal, maar geen water.
Logisch eigenlijk, als je ziet dat het hier vanaf half april niet meer geregend had. De olijfachtige bomen en struiken overleven nu, maar de rest is al afgestorven. Een groen stukje gras, is buiten rond het stroompje , niet meer te vinden. De plaatselijke sport vereniging gebruikt kunstgras voor haar sportveldje.
Dit gebied is levens gevaarlijk voor bosbrand.
Terug aan boord, was het siësta en polle, polle.(rustig aan)
De Grieken doen ook niet anders. Werken doen ze in de ochtend en avond, overdag overleg onder de boom.
Het plan voor de volgende dag werd gesmeden, en het avondeten werd genuttigd bij de pizzatent.
De restauranthouder , waar we de dag ervoor waren gaan eten, had ons die middag nog verrast met verse vis op zuur, om toch maar de gunst te winnen, weer bij hem te komen eten.Helaas!
Gelukkig kwam er nog een Belg binnen, die keurig door de restauranthouder gedirigeerd werd naar een aanlegplek.
Hopelijk zijn zij bij hem gaan eten.
Sophie, de’ vrijwilligster,’ die de schepen promoot en begeleid in de haven, nam afscheid van ons.
Ze had verder geen werk, woonde met haar moeder aan het eind van het dorp, en had ons ,zo graag wat langer in haar haven gehad. Als kade vulling.
Als laatste verlieten we de koffieshop, waar ze internet zouden hebben. De wifi had het door de hitte begeven. We nuttigden wel, maar kregen geen signaal.