Het is zaterdag , en we zouden rustig vertrekken . Eerst 6 cans diesel bij gedaan. Ik wil met lege cans thuis komen. Wat smeerolie toegevoegd en de wierpot schoongemaakt . Zo vertrokken we te laat , want in dat half uur kwamen er 3 schepen langs.
Het zelfde duwstel van gisteren was er ook bij.
Bij de sluis was het spits uur. Wij sloten achter in de rij aan. Na een uur wachten, mochten we samen met een schip uit Heerenveen schutten. Daar we hier binnen 6 km 5 sluizen hadden, gingen we steeds in gelijke combinatie door de sluis. Na de laatste sluis kwam er een tunnel van 4354 meter. Nu gebeurde het zelfde als gisteren, we voeren vlak voor de tunnel,en het schip van gisteren, gaf ons opnieuw ruimte om voor te gaan. Bij de tunnel was het wachten tot het sein groen was. Er kwam nog een tegenligger.
Eenmaal in de tunnel,bleek er halverwege een passeer station te zijn. De breedte was ongeveer 12 meter over een kilometer lengte. Dit had ik nog nooit gezien.
Een enorme koker van een 5 meter doorsnee ging dwars door de berg,en zorgde in de midden voor verse lucht, en trek door de tunnel.
We wachtte in het passeerstation. Er kwamen nog twee schepen van de tegenovergestelde richting. Zo waren we gezamelijk met 5 schepen die uitlaatgassen produceren. Dan is een ventilatiekoker van deze omvang zeer gewenst.
Het stoplicht ging op groen. We vervolgde de tunnel, en voeren verder ,de andere twee op afstand gevolgd.
Boven de berg lagen 3 dorpen, waar we onderdoor voeren.
De volgende 7 sluizen gingen als vanzelf. Er zat er zelfs een bij van 6 minuten, en dat voor een pijpenla van 5 meter hoog.
Het bijzondere van deze sluizen is, dat de bovenste helft van het sluiswater opgevangen wordt in een bassin naast de sluis, en wordt hergebruikt. In het Mains-Donau kanaal ging dit zelfs in twee trappen.
Het water in een tunnel is het hoogste water niveau. Met de sluizen,stijgt je eerst, dan heb je een berg,en daarna ga je weer zakken. Wanneer de sluizen steeds een bak water weg laten lopen, komt de top eens droog of laag te staan. Het kanaal moet wel gevoed worden, of zuinig zijn met zijn water.
De waterstand in de top,was nu ongeveer 40 cm lager, dan het behoort te zijn, omdat het de laatste maanden weinig geregend had.
Drie sluizen na de berg, lagen we bij een sluis te wachten.
Het duurde allemaal langer dan normaal.
Uiteindelijk zagen we een schip naar boven komen.
Het bleek een heel mooi schip te zijn, van jonge leeftijd.
Olayla, zo heet het schip, kwam heel langzaam op gang met uitvaren. Centimeter voor centimeter kwam hij uit die trechter van 5,70 m breed. Soms stopte het, ging weer achteruit , en dan weer vooruit. Je zag het schip steeds weer zakken en terug komen. Na een kwartier was het schip van 73 meter ,vrij van de sluis.
Wat bleek.
Het schip had een breedte van 5,75 m , en was diep geladen.
De sluis drempel ligt op 2,40 cm. Doordat het kanaalpeil lager was ,schoof het schip over de drempel, maar door zijn breedte, ook langs de zijkanten. Wanneer het schip de sluis verlaat, zakt het waterpeil aldaar, omdat er volume uit gaat, en omdat het water bijna geen kans krijgt in de sluis te stromen. Zodoende liep hij steeds weer vast op de sluis drempel.
Na deze sluis, volgde er nog 3 sluizen, en zochten we een plek aan de kade in Marquion . Aan beide zijde was er ruimte. We namen de meest gunstige wal.
Ondanks de zaterdagavond ging de scheepvaart nog tot laat in de avond door.