Vandaag gingen we later weg, dan normaal.
Eerst moest het tij keren.
Opkomend tij levert zoveel tijd winst op. De wind was meer dan normaal, en meer dan voorspeld.
Net op het moment dat we los wilde gooien, kwam er een mosselvisser voor me liggen.
Hij ging aan de kant om een tegenover gesteld schip, ruimte te geven, te passeren.
Uiteindelijk ging het enorme schip met dubbele aandrijving mij voor, en was snel uit het zicht verdwenen.
Op de Oosterschelde stond een krachtige wind. Gelukkig was die gedraaid naar West, zodat we met de wind in de rug, richting Krammer konden.
Zonder kaart , of digitale afbeelding van de vaarroute ,is het hier zeer raadzaam de betonning te volgen. De uitgestrekte zandbanken hier, die droogvallen bij laagwater, kunnen een vastloper geven.
Bij de Philipsdam , kwamen we aan, en konden direct de sluis naar binnen varen.
Het zonnetje kwam door, en het was gewoon lekker in de kuip, vooral vanwege die wind in de rug.
Bij de Folkeraksluis, het zelfde als de Krammer (Philipsdam). Bij het aanvaren stond alles op groen, en konden we gelijk door naar binnen. Deze grote sluis, ligt in de zomer helemaal vol. Nu lagen we alleen met een zeiljacht.
Door de sluis , stuurboord aan houden, om bij Willemstad naar binnen te gaan.
Het tankstation hielp ons aan een volle tank diesel, zodat we voor dit jaar genoeg zouden hebben.
De havenmeester zwaaide ons toe vanuit zijn kantoor , en dirigeerde ons vriendelijk naar de oude haven, waar we alle ruimte hadden, een plaatsje langs de kade in te nemen.
Zwager Aad kwam langs. Ook hem na 6,5 maand pas weer gezien. Er viel veel bij te praten. Eerst in de kuip van de Nettie, toen in de kroeg, en later in het eet Café.
De crew ging uitgebreid douchen , nu ze de laatste kans kregen voor we thuis komen.
Morgen naar Delft, zodat zaterdagochtend vroeg, de mast eraf gehaald kan worden.
Gelukkig hebben we morgen weer stroom mee.