In de nacht waren er geen nieuwe schepen de haven binnen gelopen. Alleen was het vissersschip, wat gisteren met 12 bemanningsleden vertrokken was , alweer terug aan zijn steiger.
Opvallend is de opslag aan tempexfust,wat deze schepen aan boord hebben. Het dak ligt afgeladen, om de verse vis in kisten gekoeld te kunnen bewaren en vervoeren.
Het ondergoed had de wasbeurt ondergaan, en hing te drogen in de ochtend zon.
Op de kade waren diverse hobbyvissers met lijn en stukjes garnaal visjes aan het vangen.
Zo begint de ochtend in een Grieks vissersdorp.
Wij wilde op tijd weg.
De weersvoorspellingen waren, dat er meer wind na de middag zou komen.
We vertrokken bij een gladde zee, en konden nog net gedag zeggen tegen het Engelse stel van gisteravond.
Na een uur werden we verrast door de eerste dolfijnen , die we in Griekenland zagen.
2 volwassen beesten sprongen hoog uit het water, en zwommen een keer onder de steven van het schip door, waarna ze verdwenen . Het blijft leuk.
De windstilte en de brandende zon, gaf na een aantal uren varen,reden om een zwempauze in te lassen. We lieten het schip drijven, en de motor ging uit.
Het zwem rondje om het schip werd een keer herhaald, de roest plekjes bestudeerd, en nadat we weer afgekoeld waren keerden we terug aan boord.
Ik wilde de motor startte , maar die gaf geen kik.
Midden op het water, en niet vooruit kunnen!!
Ondanks dat ik net afgekoeld was, brak het zweet me alweer uit.
Het motor luik ging open, en de nodige bedrading nagezien op storing.
Er was een kabeltje wat niet helemaal lekker zat.
Ik deed de verbinding opnieuw vast, en probeerde te starten.
Gelukkig sloeg de start motor aan, en de motor begon weer te lopen.
Voor komende winter een punt van aandacht. Voor nu zijn we weer even gered.
We voeren door naar Limni. Een haven verder dan in eerste instantie gepland.
Morgen willen we vlak bij de brug van Khalkis ,eindigen om Stefan en vriendin zaterdag makkelijk op te kunnen vangen.
Het eiland Evia, is een zeer bergzaam eiland. Hoge bergen met grote inhammen.
De snelste weg is de weg over het water, want dat is recht toe, recht aan. De binnenlandse wegen zijn langzaam, kronkelend, en steil , waardoor iedere rechttoe ,rechtaan kilometer al gauw het dubbele wordt.
Het eiland is rijk bebost, met diverse kleine dorpjes aan het water. De middelen van bestaan zijn mij vrij onduidelijk. Ik heb nog weinig andere beroepen gezien dan tavernehulp en visser. Er komen wel toeristen, maar zeker niet overdreven veel.
Vanavond hebben we weer een taverne bezocht.
Maar bij alle tentjes zag je geen grotere bezetting dan hooguit 20% .
Misschien dat de Europese gemeenschap nog wat kan doen voor dit land. Goede economische informatie zou het leefniveau kunnen verbeteren. Of meer Europeanen naar Griekenland op vakantie laten gaan.