Als een dief in de nacht, verlieten we om 6 uur de haven. We wilde weg, weg uit deze plaats,voor er vragen gesteld gaan worden.
Na het voorval over de Transit Log, en de visums die we niet hadden, was het nu zover mogelijk weg van die haven.
De wind was goed, de zee vlak, en we hadden de tijd ,om de 49 mile naar de vissershaven van Kumbag te gaan.
Het streven was rond 6 knopen per uur te varen, maar het probleem van afnemende wind speelde ons parten.
Later begon de wind nog teveel te draaien ook, zodat we tegen wind kregen.
Onderweg werden we opnieuw opgevrolijkt door een groep dolfijnen. Gewapend met fototoestel, en film camera werd de vis weer vast gelegd.
Toen ik de motor zacht zette, waren ze ineens verdwenen.
Bij aankomst van de haven, waren we weer het enige jacht.
Niet verkeerd voor dit moment.
We mochten langszij bij een vistrawler van 30 meter.
Het was buiten het seizoen , en het schip lag werkeloos.
Er waren drie heren aan boord. Ik werd uitgenodigd , voor een praatje . Een van de jongens kon goed engels. Een van de mannen was aan het kokkerellen en zo werden we uitgenodigd voor een Turks diner.
Met 3 Turkse vissers, tussen netten en kratten, was een bijzondere ervaring.
De mannen aten het hele jaar vis, en nu hadden ze en keer trek in kippenpoten ,met watermeloen.
Het kopje Turkse thee als afsluiter, was ook erg lekker.
Toch heel bijzonder, dat je zomaar uitgenodigd wordt, om aan te schuiven.
Waarom doen wij dat zo weinig!!! Het kan zo geestverruimend werken.
Het schip voer van 1 september tot 30 april, vol last ,24/7 ,met 40 man aan boord. Bergen met netten lagen naast het schip, voor diverse vissoorten. Op de ansjovis na, was alles voor Turkse consumptie .Begrijpelijk, als je weet, dat alleen in Istanbul al 15 miljoen mensen wonen.
Aan boord was een eigen ijsfabriek, zodat de vis, levend en al direct in ijs verpakt werd. Er werd vooral op de Zwarte Zee gevist, waar in de winter, golven van 5 meter hoog konden staan.
Ook de Middellandse zee werd aangedaan.
Ze hadden 4 sonars aan boord, om de vis op de sporen.
Met de visserij ging het niet goed, en het ging niet slecht.
Ze hadden het idee, dat de West Europese vis, beter betaald werd.
De heren kwamen later bij ons aan boord. Dit wilde zij ook wel, zo een schip.
Ze dronken een sappie. En zo konden wij tenminste nog iets terug doen.
Het was nu donker genoeg, en de heren gingen met een bijbootje nog een paar uur vissen.
Voor een sigaren centje.
Jammer dat de vis weer in rook op gaat.