Gisteren was er een Duits stel uit Hannover, met ons kennis wezen maken. Ook zij waren onderweg van port Saint Louis naar het noorden, en waren nu in dezelfde haven beland als wij.
Ze hadden ons daar in de haven gezien, maar waren eerder vertrokken. Ze vroegen wat onze plannen waren. Wij zouden vandaag om 7 uur vertrekken, wat zij erg vroeg vonden.
Zo kwam ik vanmorgen uit bed met schemer. Het bleek net 7 uur te zijn. Ik ging naar buiten, en zag dat het Duitse stel de haven verlaten had.
Wij waren niet om 7 uur vertrokken!
Ik ging Djipsy uitlaten, maar kwam niet verder dan een afgesloten hek. Dan moet zij haar zeik maar een dagje ophouden. Gelukkig hebben we nog een grasveldje vanuit Belgrado aan boord, voor de aller hoogste nood.
Ik maakte snel los en volgde onze zuider buren.
Bij de sluis, die 10 km verder lag, ontmoette we elkaar, en de reis kon gezamenlijk vervolgd worden. Zo bleven we de volgende 49 km bij elkaar, om vooral de sluis samen te kunnen doen.
Wanneer een jacht alleen bij een sluis komt, wordt er pas na 3 kwartier geschut, of het moet mee kunnen liften met een vrachtschip. Komen er twee jachten samen, wordt er direct geschut.
Bij aankomst in de haven van Viviers bleek die vrij ondiep. Ze gaven 2 meter diepgang aan. Voor ons met 115cm geen probleem. Voor onze Duitsers , met een diepgang van 170, en bij de laagwaterstand van nu, was dit dus wel een probleem. Na 2 pogingen vast te steken aan de grond, gaven zij het op, en voeren weg. Dit was het einde van onze relatie , met twee aardige Duitsers.
Het plaatsje ,Viviers staat bekent als gezellig stadje. Met drie boodschappen tassen gingen we op pad. We liepen door een haag van overhangende bomen. De plaatselijke oudjes, speelden ‘jeu du boules’, sans vin, sans pain, sans boursin.
Als je jeu du boules speelt , hoort er op zijn minst een glas rode wijn bij!
Het dorpje had een bakker, een klein winkeltje met van alles, en nog wat zaakjes.
Het kleine winkeltje bezorgde ons nagenoeg alles wat we nodig hadden. Een Rose voor weinig, werd aangevuld met een fles lokale Rose voor veel, die aangeprezen werd.
De laatste was niet te drinken.
Op het pleintje was het genieten van een biertje,op een terras, waar meer mensen zaten , die onderweg waren. Mensen met de fiets, afgeladen en wel, maar ook wandelaars, met complete uitrusting. Dan doen wij het wel makkelijk, met een motor die het werk doet, en ons bed, dat altijd gespreid ligt.
We gingen voor brood aan , bij Bea van de Bakker, alvorens we terug keerden naar de boot.
Dit oude dorpje, moet het hebben van de toerist. Zonder die toerist zou het dorpje al niet meer bestaan.
S’Avonds lagen er 3 passagiers schepen aan de steiger, en 6 kleine passanten schepen.
En de hangouderen op de bankjes bij de haven, die hadden weer zoveel aan elkaar te vertellen.
Sans vin, sans pain, sans boursin.