Door John van Marrewijk
Vijf uur vijftig in de morgen. Het eerste ochtendlicht weerspiegelt in het rustige water van de haven van Rocello Ionica. Wij maken ons klaar voor vertrek. Ook Djipsie treft haar voorbereidingen. Ik kijk nog éénmaal achterom als we de ruimte van de Middellandse zee weer opzoeken. De wind waait uit het westen, de richting die wij opvaren. Als we over een paar uur de bocht om gaan kunnen we de zeilen hijsen zo lijkt het. De kust is bergachtig. Parallel aan de kust loopt een treinspoor en een weg die de kustdorpjes met elkaar verbinden. Strand, dorpen en industrie – ook wat tuinbouw – wisselen elkaar af. Het achterland is leeg.
Ondertussen neemt boven land de bewolking toe. De opstijgende warme lucht condenseert boven het hoge landschap. Niet veel later vallen dikke druppels op het water. Heerlijk zo’n verfrissende bui. Ik laat me nat regenen. De bliksemflitsen die ik met regelmaat zie inslaan boven land baren me zorgen. Wat als onze boot het doelwit wordt? Gelukkig blijft het ergste onweer boven land en bevinden wij ons snel weer in droger gebied. We ruiken de waterdamp die ontstaat als de regen verdampt van de warme boot.
In de verte zien we Sicilië als we de teen van Italië passeren. De wind draait met ons mee als we onze koerswijziging inzetten, hij lijkt de kust te volgen. De zeilen blijven gestreken. De wind neemt verder toe naarmate we verder noordwaarts varen. Ook de stroming lijkt hier in de Stretto di Messina wat toe te nemen. De boeggolven die de Nettie produceert waaien over het schip. Opnieuw worden we nat. Dit is toch iets anders dan het zoete water uit de lucht. Het zoute zeewater verdampt, het zout achterlatend.
Na ca. 60 Nautical Miles vinden we de haven van Reggio de Calabria. Niet al te groot voor passanten, wel voor beroepsvaart. Het ligt aan de rand van de grote stad, vlak langs het spoor.
De havenmedewerker begeleidt ons naar onze plek voor vannacht. Bij het aanleggen aan de mooring komt de lijn in de schroef. De lijn breekt en Ab haalt het resterende deel uit de schroef. De Nettie moet nog iets naar achteren zodat de loopplank op de kade kan rusten. Uiteindelijk liggen we. We vullen de tank met de cans diesel die onder de banken opgeslagen liggen. Ab en Annemieke gaan met behulp van een local de lege cans weer vullen en bezoeken aansluitend de supermarkt. Ik loop een rondje met de hond en lees m’n boek.
Aan het einde van de middag ga ik m’n benen strekken. Ik wandel naar het centrum. Er blijkt een mooie, met palmbomen geklede, wandelboulevard te liggen langs het strand. Links de statige gebouwen, rechts stukjes strand, uitzichtpunten en terrassen. Met een roltrap kan ik naar een hoger liggende, drukke winkelstraat lopen. Het is enorm druk bij de gelati-winkel en sluit aan in de rij. Deze typische Italiaanse lekkernij laat ik mij niet voorbij gaan. Ik koop nog een kwart watermeloen (bijna 4 kg) waarna ik weer terug wandel naar de boot.
Annemieke heeft schnitzel met peen klaargemaakt, hollandse pot. Biertje erbij, heerlijk. Na het eten drinken we er nog een met onze buurman, die met zijn stalen schip richting Spanje gaat. Om morgen de dag weer fris en fruitig te kunnen beginnen, spuit ik nog even met zoet water het zout van de boot af. Weer een dag voorbij.
Ciao bella Italia, John