Afkoeling is ver te zoeken


Maandag 10 juli 13 sluizen, 34 kilometer,

Montanbau-Castelnau-d éstretefonds

De warme dagen vragen eigenlijk om vroeg je bed uit te komen, en in de middag niet te veel te doen. Iedere dag tikken we de 35 graden aan. Je zou het liefste om 7 uur vertrekken en op tijd stoppen. Echt lange dagen zijn in dit deel van Frankrijk onmogelijk. Zo ging ook vandaag de sluis pas om 9.30 uur in werking. Kort daarop vervolgde we onze route.

Zonnebloemvelden , veld na veld.
Onder weg gezien. Een blauwe reiger droogt zijn vleugels in de zon.

In Montech hielden we een stop om onze voedsel voorraad aan te vullen. De komende dagen wordt dit een stuk lastiger. We drinken veel meer water met zijn vieren, en verbruiken veel meer water. Nu wordt er dagelijks gedoucht, ook al is het maar kort, maar 480 liter water is dan toch wel gauw op. Met de nieuwe voorraad van 24 liter flessen drinkwater moeten we het wel een paar dagen uit kunnen zingen.

Ik had een berekening gemaakt dat we 12 uur nodig zouden hebben om weer in Port Sud te komen. Deze haven had ik gereserveerd , om vandaar uit , deze week een dag naar Lourdes te gaan. Het aantal rustige ligplaatsen is rond Toulouse niet dik bezaaid. We zouden deze afstand in twee dagen doen, en hadden al een beetje een planning gemaakt waar we zouden zien aan te meren. Op de kaart lagen er een paar meren kort op het kanaal, en daar we op zoek waren naar een zwemplek leek ons dit wel een ideaal stekje. Maar de kaart en de werkelijkheid is een groot verschil. De aanlegplek die op de kaart stond, was niet te doen. De kant stond vol hoog gras en stekels. Dan maar wat verder kijken. We zagen een paar grote bomen die ons schaduw zouden geven, alleen bleek het langs de kant erg ondiep te zijn. Daar deze plaats ideaal voor ons was , en er toch nagenoeg geen vaarverkeer langs kwam, kozen we voor deze plek. Twee meerpennen werden in de grond geslagen. Het schip strak getrokken, zo dicht mogelijk naar de kant, en de loopplank werd tevoorschijn gehaald. De plank van twee meter hadden we precies nodig om op de kant te komen.

Het zwemmeer werd verkent. Na een stukje lopen liepen we tegen een groot hek aan. Wij waren hier niet welkom om te zwemmen. Dit was duidelijk een natuurgebied. Poging twee. Daar we net door een aquaduct gevaren waren, lag daaronder een stromende rivier. Een poging om hier bij te komen viel ook in het water. Steile wanden, en grote bosschages van bramen en frambozen met dikke stekels, weerhielden ons deze poging te ondernemen. Nog even verder kijken bij de sluis. Hier liep een omloop, maar bij het zien van dit water geweld waren we opnieuw gekalmeerd , en gingen terug naar de boot. Uiteindelijk werd daar gezwommen, alhoewel het water er niet echt aanlokkelijk uitzag. .

We zaten net te eten , toen er een politieauto bij de boot langs kwam. De auto stopte. Wat nu! Het raampje ging open en een dame zei, ‘Bon appetit”, en reed weer verder. En wij, wij gingen verder met ons bord macaroni.

een grote brand , verder van ons af, dan gedacht, maar de vlammen kwamen er boven uit.

Een uur later kwamen er kort achter ons enorme wolken omhoog . Er was brand. Een grote brand. Voor ons moeilijk in te schatten of het kort bij was of verder weg. In het uur daarna, kwamen van alle kanten brandweer autos om deze brand te blussen. Voor donker was de brand geblust.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.