10 augustus 12 km
De derde dag op deze unieke plek. Gisteren zijn er alleen maar schepen weggegaan en niemand bij gekomen. Het gat wat er getrokken is, wordt alleen maar groter, als de Nederlander aan de zijkant vandaag ook vertrekt. Wat de rest doet weet ik niet. Gisteren had ik nog geen toestemming van “port Adriana”, in Lattes om er te mogen liggen tm dinsdag ochtend. Vanmorgen hoor ik meer.
De eerste zwemmers hadden zich al gemeld. Het was weer heerlijk weer. Ik zou contact opnemen met de buren met de Tjalk. Hun ligplaats is normaal in Lattes, dus is hun plekje vrij, zodat ik daar voorlopig gebruik van zou kunnen maken. Jeroen van de Tjalk zou bellen. Hij kwam terug met de mededeling dat wij er konden liggen, en dat we contact op moesten nemen met de capitainerie. Onze plek werd bevestigd. We besloten om vanmiddag , in de loop van de middag alvast die kant op te gaan. Eerst nog even snorkelen, want zo een kans krijg ik niet meer. Toch leuk al die visjes en die planten. Tot ik in een school kwallen terecht kwam. Niet een paar, maar binnen iedere meter wel een stuk of 4. Allemaal vrij kleine, maar groot in aantal. Daar ik zwemvliezen aan had, zorgden mijn benen voor de snelheid. Ik hield mijn armen strak langs mijn lichaam, en met het geluk van het zoute water, zodat ik hoog dreef, voorkwam dat ik de kwallen zou raken. Na een eind doorgezwommen te hebben, en maar niet uit die kwallenbui kwam, besloot ik een grotere ronde te maken en terug naar de steiger te zwemmen. Toen ik weer kort bij de steiger was beland, was ik weer kwal vrij. Ik had het voor vandaag wel weer gehad met het zwemmen, tussen de kwallen.
Ik douchte me en ging naar mijn afspraak om 13.00 uur bij de kapper. Twee heren , van het zelfde kaliber, stonden me op te wachten. Verder was er niemand in de zaak. Ik mocht met een aardige man, vol tattoos, mee om mijn haren te wassen in een zijkamertje. Het leek meer op , champoo door mijn haren halen, dan mijn haren wassen. De vorige Franse kapster, een dame in Chaumont, die wist van boenen en poetsen. Toen de heer klaar was, wilde die me meenemen om mij te knippen, maar zijn maatje stond al op mij te wachten. De harenwasser was duidelijk op zijn pik getrapt door zijn maatje.
Met een net koppie kwam ik weer aan boord, en nam de gelegenheid waar , om de sup nog een keer te proberen. Het ging al een stuk beter dan de vorige keren. De rondvaart boot op het eind van de steiger zat vol passagiers en klaar voor vertrek. Zo had ik veel toeschouwers die mij graag zagen zwemmen. Eenmaal op het meer, verbaasde ik me van de nog steeds grote hoeveelheid kwallen. De wind nam toe en ook de golfslag. Toen ik bijna bij de oester kwekerijen kwam keerde ik weer rechtsomkeer naar de haven. Ik wilde graag droog blijven.
We hadden net de spullen opgeruimd toen er een huurbak met defecte kopschroef binnen kwam. Deze kreeg met behulp van de havenmeester een plek naast ons. Dan is het wel even alle hens aan dek om af te houden. Ik kreeg ineens drang om weg te gaan. Ik bedankte onze Hollandse Tjalk vaarders voor het beschikbaar stellen van hun box in Lattes en vertrok op het moment dat er nog 2 bakken binnen kwamen varen. Met een beetje voorzichtigheid wilde ik deze haven nu wel uit, met zoveel varende schepen in dit kleine haventje. De route werd ingesteld, en de boot voer weer met een schone schroef naar zijn volgende stopplaats Frontignan. Hier zouden we op de brug wachtten , maar de brug ging later dan wij dachten, waardoor wij mee konden. Hier hadden we geen zin in, want we hadden nu een gaaf stekkie en de planning was morgenochtend om 9.30 uur. De brug gaat in het hoogseizoen drie keer per dag open. In het buiten seizoen 2 x . We gingen voor onze keiharde voedsel voorraad, die voor volgende week ingedekt moest zijn, als we op de Rhône zouden zitten met een nieuwe gast. De winkel is hier dicht bij de boot.

Die avond kwam “Hotel de Botel” langs . Een soort zuipschuit met opgebouwde woning, waar al varend veel geconsumeerd werd, en waar je ook op kon slapen. Toen wij allang naar bed waren, kwamen de feestende gasten pas weer aan de kant bij de brug. Als je vaart ben je vogelvrij wordt nogal eens gedacht. En dat gaat vaak op, maar niet altijd.