7 sluizen en 10 km
Het bijzondere aan dit kanaal is dat je heel nauw contact heb met de sluiswachter. Je spreek van te voren af, wat je doen en waar je wil eindigen , en de sluiswachter rijd met je mee. Bedient de sluizen en lost de problemen op, als de sluis niet wil draaien. We hadden afgesproken om om half tien bij de sluis te zijn ,omdat de sluiswachter nog een ander schip ook moest helpen. Laat daar net toevallig een Belg zijn, die het plan geopperd had om om 9 uur te vertrekken . De man had blijkbaar al langere tijd aan de kant gelegen , want hij was blijkbaar niet in beeld bij de sluiswachter. Deze Belg had een mooi schip, maar kon niet veel varen, want hij voer elektrisch. Een dek vol zonnepanelen en een kabeltje naar de wal moest er voor zorgen dat de 6 accus voldoende geladen werden om steeds weer een eind te varen. Hij vertelde me dat hij 6 uur kon varen, maar zijn vermogen was maar 20 kw. Ik zat even te berekenen, dat ik met mijn motor ruim 4x zoveel kracht had. Ja ik gebruik diesel, maar trek het niet uit de wal op kosten van de gemeenschap van Blanzy. Hij vertelde me , dat hij eens vast zat in de planten en dat drie autos van de VNF hem via de kant, met lange lijnen, naar de sluis getrokken hadden, terwijl zijn schroef vrij was van planten. Misschien komt hij toch was kracht tekort.

Dus na een waarschuwing naar de man en vrouw , kwam de man tot rust, en wachtte netjes tot de sluiswachter de sluis in actie bracht. Wij volgde hem direct en zo konden we samen, de komende 7 sluizen neerwaarts doen. Ik had nog een beeld vergadering , dus het kwam wel goed uit dat we om half twaalf op een mooie plek stopte. De volgende plek was eigenlijk onze wens, maar we hadden de sluiswachter al geïnformeerd dat we de volgende dag verder zouden gaan en dat we sluis nr 8 om 9 uur wilde doen. De man zou morgen opnieuw met ons meereizen .

Onderweg bij sluis 5 was het koffie tijd. Ik vroeg aan onze sluiswachter of ook hij een bakkie wilde. Daar zei hij geen nee op, en zeker niet toen hij er ook nog een koekje bij kreeg . En zo werd het maken van de afspraak voor morgen een stuk makkelijker. Ik beloofde hem opnieuw koffie , maar vertelde hem niet dat we nog een doos bijzonder lekkere grote mergpijpen in de koelkast hebben leggen. Er moeten morgen nog drie bruggen open, buiten de 14 sluizen die we moeten doen, dus hebben we deze man hard nodig.
De middag was warm. Het was 33 graden en geen zuchtje wind. Veel drinken en weinig bewegen was de remedie. Er kwamen ook geen fietsers meer langs, de mensen gingen onder de boom zitten naast onze boot en aten en dronken en hadden plezier aan de picknick tafel. Deze temperatuur was erger dan de 38 graden aan de Rhône . Toen was er wind, en nu was het blad stil. Daar we een slap dagje hadden en vooral veel gelezen hadden, moest er nog wat actie komen. Naast onze aanlegsteiger, stond een wandeltocht van 6 km door dit gebied. Voor mij een feestje, voor Annemieke een uitdaging.






Gedeeltelijk liep de wandeltocht gelijk op met het kanaal en de rivier de Dheurne. Eigenlijk een klein riviertje , wat in 1789 wel in staat was om dit kanaal van water te voorzien. We zijn hier op de top, het hoogste stuk, van het kanaal, en je ziet om je heen allemaal meertjes, die aangelegd zijn om het kanaal van water te voorzien. Die 4 boten die hier per dag doorvaren zullen maar weinig water onttrekken uit de meren. Onze tocht liep langs het kanaal, en daarna de heuvels in. In de rivier zag ik een beverrat bezig. Altijd jammer dat mijn aanwezigheid hem weer stoort. En ik deed nog zo stil. We wandelde verder . Ik had een foto van de plattegrond gemaakt, zodat we gemakkelijk de weg konden vinden. Toch was ik de weg kwijt, en belande bij een alleraardigste mademoiselle in haar achter tuin. Ze schrok toen ze me zag, maar liep helemaal met ons mee om te vertellen welk pad we moesten nemen. Ze verontschuldigde zich dat ze alleen maar Frans kon en een paar woorden Engels. We dankte haar hartelijk en vervolgde onze route. De toer liep dwars door de landschap. Twee hagen van struiken over meer dan een kilometer geleidde ons naar de volgende weg. Het was best klimmen. Normaal trekt onze hond Annemieke wel omhoog. Helaas hing de tong op haar hielen, en moesten wij de hond bijna voortrekken. Het was nog steeds 32 graden. Via achterweggetjes liepen we door het landschap, waar de koeien toekeken als wij langs liepen. Of zij de kerst zouden halen was nog maar de vraag. Opvallend was, dat er alleen maar witte koeien waren. Hier liepen geen Zwart bonte Lakenvelders, Groninger blaaskoppen, of roodbonte Holsteiner. Al het vee was wit, en zag er goed en gezond uit. De zon ging langzaam onder. De aanwijs bordjes waren slecht aangegeven, en zo was het al donker, voor we de boot bereikte. Misschien was 6 kilometer nu 7 geworden, maar we hebben het wel gelopen.